COLUMN | Trots
Zondag 24 april en Ed Aldus, of wat daarvan over is, heeft tyfusweer voorspeld. Het zal een keer meezitten. Eerst maar even goed uitslapen, want dit kon weleens een zwaar dagje worden. Lopend vanaf Leuvehaven richting de Witte de With straat zie ik veel Feyenoordshirtjes op straat. Een aarzelend zonnetje breekt door, maar dat eerste geeft mij een warmer gevoel. Een burgertje als bodem naar binnen werken en wederom zit Ter Marsch vol met Feyenoordshirts. De eerste biertjes glijden soepel naar binnen, op naar het centrum. Even goed in de stemming komen met een kortstondige kroegentocht. In de eerste kroeg stikt het van de Feyenoorders. Ik spreek Lange Marcel, hij heeft er geen vertrouwen in zegt ie. Ik schaar het onder oud-Rotterdams indekken. Door naar Melief Bender, afgeladen vol om 2 uur s’middags, de bekerfinale leeft. Elke tent daarna hetzelfde verhaal. De barvrouw van cafe Timmer probeert zelfs een Feyenoordliedje op te zetten om zo aan klantenbinding te doen. Na een kwartier lukt het toch niet, want dat pleurisding werkt niet mee en we moeten door. Hopelijk is het geen voorbode voor de wedstrijd.
Terug op Leuvehaven, met BVO’tje, zitten de eerste 4 trams afgeladen vol. In de 5e lijn 12 wordt met een 10 9 8 7 wat ruimte gecreëerd. Als haringen in blik de brug over. Maar wat een sfeer in die tram. Het hele repertoire Feyenoordliedjes en een paar anti-liedjes worden als een goed georganiseerd kerkkoor ten gehore gebracht. Kippenvel nog voor de wedstrijd begint. Aangekomen bij het mooiste stadion van Nederland, blijkt ook daar de sfeer er al goed in te zitten. Even een paar heerlijke Heineken light biertjes bestellen en het vak op. Duizenden vlaggen en een schitterend spandoek zorgen voor een adembenemend effect. Of zijn het toch de groene rookbommen, die een minuut lang voor ademnood zorgen.
De wedstrijd staat onder hoogspanning, Kramer verziekt een 100% kans. Dertig minuten later maakt hij het goed met een geplaatste kopbal. Juichen met de buurman. Aan zijn leeftijd te zien heeft hij grotere successen mee gemaakt, maar als een kind zo blij is ie. In de rust nog even snel het vak af. Op R wordt er wederom afgeteld en ik hoef niet eens naar beneden te lopen, maar ben wel snel beneden. Pissen, nieuwe pis in een beker bestellen en weer terug het vak op. Tegen de verhouding in komt Utrecht op gelijke hoogte. Het zal toch niet weer mis gaan?! Maar dan is daar de dikwijls verguisde, maar toch altijd dreigende, Say Oe Ah Elia. Hij ramt via de paal en de rug van de keeper de 2-1 tegen de touwen. Alle frustratie van een seizoen komt eruit, de halve Kuip staat op zijn kop. Juichen zoals juichen bedoelt is, dit is Feyenoord! Het feestje met de spelers op het veld gaat na het laatste fluitsignaal onverminderd door. Ook zij zijn dit seizoen door diepe dalen gegaan, maar toch weer opgekrabbeld.
Na een korte tussenstop bij de legioenzaal toch maar het trammetje terug de stad in. Op Stadhuisplein kijk ik als eerste in het dolblije gezicht van Joep. Hij was 1 van de ongelukkige zonder kaartje, maar heeft er op Stadhuisplein met duizenden anderen toch een klein groot feestje van gemaakt. Op het plein stikt het van de bekende en niet tot in de late uurtjes, maar tot 11 uur worden hier Feyenoordliedjes vals, maar oprecht meegezongen.
De volgende dag gaat de wekker, huldiging zie ik op mijn telefoon staan. Maandag en wederom overal op straat Feyenoord kleding. Bij de Coolsingel aangekomen is het drukker dan verwacht. Maandagochtend, stromende regen en de Coolsingel staat vol, voor het winnen van de Beker. Een vader tovert ergens een kind vandaan en zet hem op zijn nek. Ik zie niks meer, maar het kan me niets schelen. Dat ventje op die nek van zijn vader ziet Feyenoord voor het eerst een prijs winnen. Ik ben mijn vader eeuwig dankbaar dat hij mij ooit groot heeft gebracht met datzelfde Feyenoordgevoel. Wat een club, wat een Legioen, wat een trots!
Remi