'Ik ga hier niet meer om huilen en als Ajax me ooit nog terugvraagt, zeg ik nee'
In iedere editie van het magazine 'Hand In Hand' staat een rubriek met de familie van een selectiespeler. Vader, moeders, echtgenotes, vriendinnen, broers en zussen vertellen thuis op de bank hoe de speler zijn jeugd heeft doorgebracht en/of hoe hij in het dagelijks leven staat. In de laatste uitgeven 'Hand in Hand' op de bank met...de ouders van Bilal Başacıkoğlu.
Bilal mag dan wel in Rotterdam wonen, hij is nog regelmatig bij zijn ouders in Assendelft te vinden. Wie op de bank heeft gezeten bij het Turk-Marokkaanse gezin snapt waarom: met vier kinderen, allemaal jongens, is het altijd gezellig in huize Başacıkoğlu. "Als Bilal speelt, hebben wij een dagje uit met het hele gezin. Uit- en thuiswedstrijden."
Assendelft, donderdagmiddag vlak na het middaguur in een kindvriendelijke nieuwbouwwijk aan de rand van het Noord-Hollandse dorp. Bilal Başacıkoğlu werd geboren in Zaandam, maar bracht een groot deel van zijn jeugd door in deze keurige woonwijk. Een bewuste keuze van zijn ouders. ,,We zijn hierheen gegaan voor de kinderen", zegt moeder Zohra Başacıkoğlu. "In de flat waar we woonden in Zaandam, kwamen steeds meer mensen met dezelfde achtergrond wonen. Wij wilden juist dat onze kinderen ook met Nederlandse kinderen opgroeiden."
De mix van culturen zit er nu eenmaal in bij het gezin Başacıkoğlu. Bilals vader is Turks, zijn moeder is Marokkaanse. "Ik was internationaal buschauffeur en reed ook naar Tanger", verklaart Refik Başacıkoğlu, die zelf op zijn twaalfde naar Nederland kwam.
Andere cultuur
"Ik was 19", zegt Zohra. "Mijn vader waarschuwde me nog: 'nu ben je nog jong, maar je gaat later het verschil in culturen merken. Je krijgt er spijt van'." Moeder Başacıkoğlu luisterde niet en vertrok naar Nederland, waar Bilal als oudste van haar vier zonen op de wereld kwam.
"Hij is een lieve jongen", zegt Zohra op een vertederde manier. "Een bijzondere jongen." Waarschijnlijk net zo lief als zijn moeder, want op deze doodgewone donderdagmiddag wordt de redacteur van Hand in Hand met alle liefde ontvangen. Er is taart gehaald en er komt thee op tafel.
Dan gaat de telefoon. "Hoi Bilal", zegt moeder Başacıkoğlu vrolijk. "Ja, ik ga alles vertellen wat je vroeger verkeerd deed." Na een kort gesprekje hangt ze op. "Het was Bilal. Hij belt altijd even na de training."
'Bilal mocht altijd meespelen met de grote jongens.
Zijn vriendjes werden er wel eens boos over'
Maar dingen die Bilal fout deed, kan ze eigenlijk niet bedenken. Op die winterjassen na dan."Toen Bilal nog klein was, moest ik minimaal drie keer per jaar een nieuwe winterjas voor hem kopen. Was hij na school gaan voetballen, had hij zijn jas uitgedaan en kwam hij in zijn enthousiasme weer eens zonder jas thuis. Zo zonde. Dan ging ik weer naar het schoolplein om zijn jas te zoeken."
Het vervolgscenario was meestal dat de bel van hun flat in Zaandam ging. Stonden de oudere buurjongens beneden voor de deur: of Bilal kwam voetballen op het veld voor de flat. "Hij was veel jonger, maar dat maakte hem niet uit, hij ging er even hard in", zegt Refik. "Zijn eigen vriendjes waren boos. Waarom mocht Bilal wel meedoen met de grote jongens en zij niet?"
Club uit de hoofdstad
Er zat nu eenmaal talent in de kleine Bilal, dat kon zijn vader niet ontkennen en dat zag de club uit de hoofdstad ook. Op zijn zevende verruilde Bilal daarom Hellas Zaandam voor de D-junioren van Ajax. "Dat was geen droom van ons hoor", zegt Zohra, die haar zoon liever een opleiding had zien 'ronden'. "Ik zag wel dat hij talent had, maar zekerheid heb je daarmee niet", vult Refik haar aan.
Het eerste jaar in de jeugd van Ajax verliep goed. Bilals tweede jaar leek ook voorspoedig te gaan. "Je had als ouders jaarlijks drie gesprekken met de leiding over de prestaties van je kind. Het eerste gesprek ging goed dat seizoen, het tweede ook. In het derde gesprek kregen we ineens te horen: 'we hebben een ander talent op jouw plek'."
'Als Ajax me ooit nog terugvraagt, zeg ik nee'
Daarna begon een zware periode voor het gezin. "Natuurlijk heeft hij veel gehuild", verklapt Zohra. "Hij had een tijd geen zin meer in voetbal. We hebben veel gepraat. Ik zei nog: 'stop maar met voetballen en ga een opleiding doen, dat is goed voor je toekomst'. Maar dat maakte hem nog verdrietiger. Hij wilde echt gaan voor het voetbal. Op een dag was hij er klaar mee om verdrietig te zijn. Hij zei: 'ik ga hier niet meer om huilen en als Ajax me ooit nog terugvraagt, zeg ik nee'. Daarna hebben we hem gesteund in zijn keuze voor voetbal."
AZ, FC Utrecht, Almere City, vader Başacıkoğlu benaderde ze allemaal om te vragen of ze interesse in Bilal hadden. Allemaal zeiden ze 'nee' in die tijd. Ze zouden er later spijt van krijgen, want Bilal was ondertussen via het failliete HFC Haarlem bij RKSV Pancratius terechtgekomen. "En daar kwamen de clubs ineens tegelijk om Bilal vragen", zegt zijn vader. "Ajax, AZ en Heerenveen."
Ajax viel bij voorbaat af, AZ maakte minder kans na de eerdere afwijzing. Bilal zag het meest in Heerenveen. De volksclub aan de andere kant van het IJsselmeer. 150 Kilometer rijden vanaf zijn ouderlijk huis, kilometers die zijn vader meerdere keren per week aflegde. In Friesland werd de definitieve basis gelegd voor Bilals carrière in het betaald voetbal.
Feyenoord mag dan al twee seizoenen de club zijn van Bilal, een minidress van Heerenveen siert nog altijd de autoruit van zijn moeders auto. "Ik heb er nog steeds contact", zegt ze. "Ze waren zo lief allemaal. Bilal is daar eigenlijk opgegroeid. Dan houd je een speciale band met zo'n club."