KNVB en Winter boos op Feyenoord en Ajax in aanloop naar EK onder 19

Het Nederlands elftal voor spelers onder de 19 kan zich vandaag door middel van een gelijkspel plaatsen voor het Europees kampioenschap. Bondscoach van Onder 19, Aron Winter, en de KNVB willen voorkomen dat er net als vorig jaar een regen van afmeldingen komt voor het EK. Volgens de KNVB schaadt dit de talentontwikkeling en de bond wil daarom afspraken vastleggen. Winter moest voor het EK van 2015 11 van de 18 spelers missen die wel meededen in de kwalificatiereeks. Enkele topclubs, waaronder Feyenoord, werken tijdens het EK onder 19 toe naar de voorbereiding op het seizoen en willen de talenten dan liever bij de selectie houden. Hoofdopleidingen van de traditionele top drie, Damien Hertog (Feyenoord), Said Ouaali (Ajax) en Art Langeler (PSV) denken en er allen anders over, De Telegraaf is in gesprek geweest met alle drie de opleidingshoofden. “Ik snap de hele discussie niet, want er is nooit een argument om spelers niet af te staan”, vindt Langeler. “Bij PSV proberen we al onze potentiële internationals af te staan, wanneer dan ook! En we doen een beroep op alle andere clubs om dat ook te doen. Heel simpel, omdat het Nederlandse voetbal baat heeft bij een zo sterk mogelijk nationaal team. We zijn de laatste jaren teleurgesteld in onze collegaclubs. Talenten moeten meters maken. Beter op een EK dan bij het eerste elftal waar de kans op speeltijd minimaal is. Het gebeurt nauwelijks dat een speler van 18 jaar basisspeler is bij clubs als Ajax, Feyenoord of PSV. Mocht dit toch het geval zijn, dan is het wat mij betreft de uitzondering die de regel bevestigt.” Jari Schuurman, Bart Nieuwkoop en Calvin Verdonk gingen ondanks dat Feyenoord geen Europese verplichtingen had niet mee. Het stoort Winter vooral, omdat de drie bij Feyenoord niet in aanmerking kwamen voor een basisplaats. Hij vindt het niet afstaan van jonge internationals een minachting van het internationale toernooi en vooral dat dit niet past bij de status opleidingsland wat Nederland prefereert te zijn. Volgens Winter is het cruciaal dat leeftijdsgenoten spelen tegen de beste spelers uit andere landen. PSV vindt dat de KNVB daar gelijk in heeft, Langeler vindt dan ook dat er geen verschil moet zijn tussen clubs. “Dan krijg je een scheef beeld en het niveau in ons land wordt over de breedte minder. Onze potentiele internationals moeten we niet binnen de grenzen van de eigen bekrompen competitie houden, maar internationaal ervaring laten opdoen. Je kunt mij niet vertellen dat er voor een 18-jarig Nederlands talent iets beter is dan spelen tegen de toptalenten van Spanje of Frankrijk.” Bij Feyenoord is het niet de club, maar vooral de spelers die worstelen met het dilemma. “Een gigantisch dilemma zelfs”, beweert hoofd opleidingen Damien Hertog. “Die jongens vragen zich af: ga ik voor de kans bij het eerste elftal waar ik altijd naartoe heb gewerkt of moet ik voor Nederland spelen?” Feyenoord zelf weet niet wat beter is voor deze spelers. “Volwassen tegenstand (bij de trainingen van het eerste elftal) of een jeugd-EK. Waar trekken we met zijn allen de scheidslijn? Je moet kijken naar de individuele ontwikkeling. Als club moet je je afvragen of hij echt de concurrentie al kan aangaan. Is het dan wijs om een EK te missen?” Bij Ajax is het echter de club die de spelers liever thuis houdt voor zo’n toernooi. “Wij vinden het erg belangrijk dat een speler internationale ervaring opdoet en dus aansluit bij een van de nationale teams, maar bij Ajax kijken wij in iedere situatie wat voor de desbetreffende speler op dat moment de beste prikkel is”, zegt Said Ouaali hoofdopleiding van de club uit Amsterdam. “Zit een speler bij Jong Ajax, dan zal de prikkel bij het nationale team in kwestie hoogstwaarschijnlijk groter zijn.” Langeler vindt dat het niet te vergelijken is. Jeugdspelers die tegen hun eigen leeftijdsgenoten op het allerhoogste niveau spelen leren meer dan meetrainen met de eerste selectie. “Vergelijk de ervaringen van minstens zes topwedstrijden in de Youth League eens met een paar keer meetrainen met het eerste. Je onderschat het niveau van de internationale jeugdteams en de weerstand die spelers daar vinden.”