Veel oud-voetballers worden trainer. De meesten houden het niet zo lang vol of zijn minder succesvol. Anderen worden toptrainers en bereiken – net als toen ze voetballer waren – het hoogste van het hoogste. Gaston Taument, van 1989 tot 1997 rechtsbuiten bij Feyenoord 1, is een liefhebber die het liefst in anonimiteit op de achtergrond werkt met de jeugd. Onlangs vierde hij zijn 12,5 jarig jubileum bij de Feyenoord Academy, de meest succesvolle Jeugdopleiding van Nederland. Hand in Hand ging Gaston op Varkenoord feliciteren.
Gefeliciteerd, je werkt 12,5 jaar bij de Feyenoord Academy. Hoe komt het dat je het zo lang uithoudt op Varkenoord?
“Dat is geen moeilijke vraag. Ten eerste: het is je club. Ten tweede: ik ben een liefhebber en vind het heel leuk om met de jeugd te werken. Bij de Feyenoord Academy werk ik zelfs met topjeugd bij een topclub. Ik ben trouwens mooi in het zonnetje gezet vanwege mijn jubileum, door Eric Gudde, personeelszaken, met een mooie bos bloemen en een oorkonde. Volgens mij ben ik zelfs de langstzittende oud-speler als jeugdtrainer. Het voornaamste is, ik voel me hier heel erg thuis. Ik doe alles voor de club, niet voor mezelf.”
Waarom is werken bij de Jeugd-opleiding van Feyenoord zo leuk?
“In mijn geval is het de confrontatie met grote verschillen. Ik train E-pupillen en B-junioren. Elke keer ben je bezig om jongere spelers te helpen zich te ontwikkelen. Je kunt jongens door de opleiding heen volgen en hopelijk afleveren bij het eerste van Feyenoord. Daar doe je het allemaal voor, dat is mooi. Wij werken hier heel professioneel, hopelijk is er binnenkort meer duidelijkheid over een toekomstig nieuw trainingscomplex en kunnen we nog verder professionaliseren.”
Je bent trainer geweest van O10 (onder 10 jaar), O15, O14 en O16. Nu ben je trainer van O13. Met welke leeftijdscategorie is het ’t fijnst werken?
“Dat is moeilijk uit te leggen. Er is niet een specifieke categorie. Ik begon mijn eerste vier jaar als jeugdtrainer bij de C’tjes. Toen wilde ik een elftal hoger, omdat je dan iets meer eisen kunt stellen aan die spelertjes. Dus heb ik ook vier jaar de D’tjes getraind. Het mooie is, met pupillen kun je zelf nog heel veel voordoen. Ik assisteer ook bij de voetbalschool, waar je jonge spelers heel erg moet begeleiden en helpen. Als je kijkt naar de B-junioren, dan moeten de spelers al veel meer zelf doen, dat wordt ook van ze verwacht. Bij de kleintjes zie je meer leergierigheid en kun je meer zelf voordoen. Dat vind ik wel heel leuk. Nu bij O13, dus jongens van 12 jaar, is dat ook erg fijn werken. Vanaf B tot A1 is het puur de vraag: haal je Feyenoord 1 of wordt het iets anders in betaald voetbal. Dan gaat het om heel andere dingen. Bij de D’tjes kun je veel meer je eigen ding doen maar moet je ook meer geduld hebben. Eigenlijk is het leuk om met elke leeftijdscategorie in de jeugd te werken.”
Hoeveel heb je geleerd van het voormalige succesvolle Hoofd Jeugdopleiding Stanley Brard?
“Stanley nam het over van Henk van Stee. ‘Stan’ heeft de professionalisering ingezet, samen ook met Raymond Verheijen op het gebied van periodisering en arbeid-rustverhouding en dergelijke. Stanley was een heel goed Hoofd Opleidingen, hij lag goed in de groep en had de gave om erboven te staan. Hij kon letterlijk de puntjes op de ‘i’ zetten. Je kon bij hem je mening geven en hij was met iedereen bezig om de club beter te maken. Hij heeft de goede organisatie neergezet. Zijn kracht was om heel veel trainers heel lang op een elftal te zetten, waardoor je weinig verloop had. Daarnaast heeft hij een goede mix van ex-voetballers en pedagogen neergezet, het is belangrijk om praktijk en opleiding goed te mixen. Zo leerden we veel van elkaar. Stanley zette de juiste mensen op de juiste leeftijdscategorie en daardoor was er rust en vertrouwen. Het was een goeie vent om mee te werken.”
Welke rol speelt oer-Feyenoorder Wim Jansen nog op Varkenoord?
“Wim adviseert. Hij is er bijna elke dag, ook op zaterdag. Ik spreek hem zeer regelmatig. Wim heeft als trainer en als mens veel kwaliteiten. Ik praat met hem over de ontwikkeling van spelers, het team en ook mijzelf als trainer. Dan ga ik met hem zitten en dat worden altijd lange sessies. Ik kan bij hem aangeven: ik mis dit of dat, hoe maak je dat trainbaar. Wim laat je altijd zelf de oplossing zoeken in zo’n gesprek, hij laat je zelf denken en begeleidt je in de oplossingen. Omdat hij vrijwel alle wedstrijden ziet heeft hij ook altijd goede feedback. Veel trainers maken gebruik van zijn kennis en ervaring. Hij is een fantastische mentor, hij ziet enorm veel details en wijst ons als trainers daarop. Je moet bij Wim wel zelf het initiatief nemen en om hulp vragen. Als je dat doet helpt ‘ie je voor 110 %. Wim heeft een hele belangrijke adviserende rol voor de Jeugdopleiding. En het mooiste is: het gaat niet om hem, hij doet alles voor de clúb. Dat gevoel herken ik zo goed.”
Je hebt al vaker aangegeven geen baan als hoofdtrainer te ambiëren in het betaald voetbal. Waarom niet?
“Omdat ik heel goed weet wat wel of niet bij me past. Ik ben geen type om hoofdtrainer te worden, misschien ben ik er ook niet hard genoeg voor hoewel ik altijd zeer duidelijk ben richting spelers. Ik voel me gewoon lekkerder om met de jeugd te werken. Toen ik jong was wilde ik dat al en wilde ik eigenlijk leraar lichamelijke opvoeding worden, om met jeugd te kunnen werken. Overigens heb ik onder Ronald Koeman drie jaar als specialisatietrainer gewerkt bij het eerste. Dat vond ik ook fantastisch. Maar werken met een jeugdelftal heeft toch mijn voorkeur. Daar kun je de jongens nog vormen, je kunt ze naar een hoger niveau brengen. Spelers ontwikkelen is eigenlijk het leukste wat er is.”
Zou je opnieuw specialisatie-trainer willen worden in het betaald voetbal?
“Buitenspelers zie ik echt als specialisten. Het lijkt me fantastisch om met die jongens een heel programma op te stellen en samen met de spelers de details te trainen, zowel individueel als in de groep. Leren hoe ze ‘open’ moeten staan, hoe ze moeten vrij lopen, hoe ze positie moeten kiezen, dat soort dingen. Ook bij de ontwikkeling van de A-selectie kun je daar nog veel doen. Ik zou best nog wel zo’n specialistentraining ambiëren, maar een jeugdteam trainen vind ik ook erg leuk. Gelukkig hebben wij nog veel talentvolle buitenspelers in de jeugd. Er komen er echt wel weer een paar aan.”
De Jeugdopleiding van Feyenoord staat al jaren hoog aangeschreven. Hoe staat de jeugd er nu voor? Komt er in jouw ogen weer veel talent aan en is de doorstroming goed?
“Wij hebben heel veel jongeren met potentie, maar het laatste stapje naar de top hangt af van hun omgeving, ik bedoel bijvoorbeeld de makelaars en hun ouders en de buitenlandse interesse. Vanaf het tweede jaar in de C’tjes tot de A1 komt er heel veel op die jongens af, maar het blijven wel kinderen. Wij proberen ze te helpen die laatste stap te maken, maar dat moeten ze vooral zelf doen. Ik weet zeker dat er ook nu veel talenten zijn die het kunnen maar of ze die laatste stap ook echt gaan zetten, dat weet je nooit. De talentvolle jeugdspelers zien nu ook dat er veel kansen zijn aan de overkant waar veel jeugdspelers doorbreken in De Kuip. Maar zelfs voor de grootste talenten geldt: het gaat om karakter en de omgeving.”
Kun je bij jouw team, O13, al zien of een voetballertje het eerste gaat halen?
“Nee, dat is uitgesloten. Er moet nog zoveel gebeuren in de ontwikkeling. Bij de B-junioren kun je wel zien of er potentie in zit. Maar of ze het halen hangt dus echt af van karakter en hun omgeving. Ik maak me echt zorgen om wat er soms allemaal rond die spelers heen loopt. Wij hebben als doel om de jeugdspelers klaar te stomen voor Feyenoord 1 of betaald voetbal. Als je de A1 haalt, dan weet je dat je het eerste kunt halen en lukt dat niet, dan kom je altijd wel ergens in het betaald voetbal terecht, waar dan ook. Wij helpen de spelers ontwikkelen, maar hebben geen grip op makelaars en ouders.”
Hoe ziet een gemiddelde dag van jou op Varkenoord eruit?
“Laat ik de maandag als voorbeeld nemen. Ik ga elke dag om 6.45 uur van huis. Om 7.30 uur ben ik op de club en drinken we een bak koffie. Om 7.35 uur is er blessure-overleg naar aanleiding van de wedstrijden het afgelopen weekend. Om 8.00 uur ga ik de spullen klaar leggen in de kleedkamer. Tussen 8.15 en 8.30 uur komen de spelers binnen met busjes, de jongens worden opgepikt bij stations en dergelijke. Om 8.55 uur gaan we naar buiten en trainen we tot 10.15 uur. De jongens gaan om 10.45 uur weer in de busjes op weg naar school. Om 11.00 uur vergaderen we over de lopende zaken en inhoudelijk over het voetbal. Om 12.00 uur ben ik klaar en heb ik even tijd voor mezelf of andere afspraken. En om 14.30 uur sta ik weer op het trainingsveld bij O17 als assistent. Om 16.00 uur ben ik klaar en om 17.30 uur ga ik weer naar buiten met de O11, de voetbalschool, waar ik ook twee keer per week assisteer met individuele training tot 18.45 uur. Zo’n maandag ben ik dus van 7.30 tot 19.30 uur in de weer en zo gaat het de meeste dagen. Ik ben woensdag vrij. Op zaterdag zijn de wedstrijden en op zondag speel ik met het veteranenteam, oftewel het bierelftal, haha. Ja hoor, natuurlijk ben ik ook wel eens thuis. Maar ik heb een fulltime job met wel veel tussenuren. Ik vind het gewoon ontzettend leuk om te doen en heb nog genoeg vrije tijd over. Hoewel, woensdag is dus mijn vrije dag maar dan ben ik vaak ook nog hier…”
Volg je zelf het betaald voetbal nog op de voet? Kijk je alles op tv of ben je soms blij even geen voetbal te zien?
“Uiteraard volg ik Feyenoord op de voet. En ik kijk zeker topvoetbal op tv, met name Engels voetbal en Barcelona en zo. Ik hoef niet alles te zien, maar volg wel veel. Ik kijk alleen de leuke wedstrijden.”
Wat vind je van het huidige Feyenoord?
“ …… (lange stilte)… Ik hoop echt dat we zo lang mogelijk meedoen om de prijzen. Ik vind het goed dat Gio, een jongen van de club, voor de groep staat. Maar eigenlijk wil ik helemaal geen commentaar geven. Ik word namelijk altijd een beetje moe van al die oud-spelers die altijd maar kritiek leveren. Zo’n zure man wil ik niet zijn. Toen ik zelf nog speelde had je dat ook. Ik had ook mijn mindere wedstrijden, iedere voetballer heeft zijn mindere wedstrijden. Ik heb zelfs verschrikkelijke wedstrijden gespeeld, maar dat commentaar van oud-spelers na zo’n wedstrijd werkt niet bevorderend. Zoveel mensen, zoveel meningen. Natuurlijk moet je als profvoetballer tegen kritiek kunnen. Ik zie nu soms oud-voetballers op tv als analist die vroeger in de kleedkamer nooit wat te vertellen hadden en geen mening hadden. Dat vind ik een beetje hypocriet.”
Jij bent nog kampioen geworden met Feyenoord in het seizoen 1992/1993. Spreek je nog veel teamgenoten uit die tijd?
“Ulrich van Gobbel werkt hier als specialistentrainer. Ik zie hem bijna elke dag. Joh, als je het over liefhebbers hebt… Ulli heeft eerst een jaartje meegelopen en is nu in dienst. Ook hij heeft enorm veel affiniteit met Feyenoord en voetbal. Andere teamgenoten uit die tijd spreek ik niet meer zo vaak, maar je komt mekaar wel vaak tegen natuurlijk. De meesten zijn nog wel actief in het wereldje.”
Kennen de jonge jongens uit de Jeugdopleiding jou nog uit die kampioenstijd? Bij O13 hebben ze dat zelf niet meegemaakt. Word je vaak op je verleden aangesproken?
“Nee. Ik heb het nooit over mezelf of over vroeger. Ik vond het zelf ook altijd vervelend als een trainer alleen maar over zichzelf praatte, dat doe ik dus ook niet. De ouders van die jonge jongens weten natuurlijk wel van mijn verleden als profvoetballer, dus dat zullen ze wel eens verteld hebben. Er komt ook nog wel eens wat langs op tv en er is nog wel wat materiaal van me te vinden op YouTube. Maar dat hele gedoe rond oud-spelers moet ook niet overschat worden. Ik heb zelf Van Hanegem gehad als trainer. Je kijkt er twee weken tegenop maar daarna is het ook gewoon je trainer hoor. Een oud-voetballer is niet per definitie ook een goede trainer, al was Van Hanegem dat natuurlijk wel.”
Wat zijn je ambities voor de toekomst?
“Echte ambities heb ik niet. Al zou ik het wel eens leuk vinden om een keer in het buitenland iets met de jeugd te doen, bijvoorbeeld in Amerika. Dat land trekt me enorm. Dit is trouwens geen open sollicitatie hoor, haha. Maar dat land lijkt me erg leuk om te werken, een groot land met een echte winnaarsmentaliteit. Dat lijkt me interessant, daar ben ik wel nieuwsgierig naar. Maar ik vind het hier bij Feyenoord ook fantastisch hoor!”