COLUMN | Verpest

COLUMN | Verpest

Foto: Pro Shots
Toen ik voor het eerst aan de hand van mijn vader meeging naar de Kuip stonden we aan de vooravond van een roemruchte periode uit de geschiedenis van Feyenoord. Dat wist ik toen natuurlijk nog niet, want de Kuip was nog niet eens voor de helft gevuld en de wedstrijd was ongetwijfeld niet om aan te zien - we hebben het namelijk over de HCS-periode. Welke tegenstander het was weet ik helaas niet meer, ik ben nooit zo van het ‘bewaar je kaartjes in een plakboek’ geweest. Wat ik wel weet is dat ik behoorlijk onder de indruk was van dat enorme stadion. Niet veel later na die allereerste keer Kuip speelde Feyenoord de bekerfinale tegen Den Bosch, hier was ik ook bij en na die wedstrijd was ik pas echt verkocht. Een zee van fakkels, duizenden zingende, schreeuwende en juichende mensen, een heuse [i]pitch invasion[/i]; Ik was 10 jaar oud en keek mijn ogen uit. En die mannen op het veld dan: namen als De Wolf, Metgod, Sabau, Blinker, Taument en Scholten. Ik denk dat iedereen die namen nu nog op kan dreunen. Het maakte in die jaren niet uit wie de tegenstander was, met Edje in het doel waren we écht haast niet te verslaan. Godzijdank was er nog geen VAR anders hadden Heus en Fräser om de wedstrijd geschorst geweest. Iedere spits werd eruit gerend door van Gobbel. Alle meisjes in mijn klas waren verliefd op Rob Witsche en met Jószef Kiprich hadden we een cultheld die nog kon scoren ook. Ja, Feyenoord was [i]hot[/i]. En ik was verpest, want mooier dan dit werd het eigenlijk niet meer. Natuurlijk, het werd later ook nog wel een paar keer leuk hoor. Vooral de mooie Champions League avonden, het kampioenschap van 1999 en uiteraard de UEFA Cup in 2002 zijn me erg goed bijgebleven. En daarna kwam het verval. En de middelmaat. Soms met een opleving, maar over het algemeen kan ik me een aaneenschakeling van gefrustreerde wedstrijden herinneren die je het liefst zo snel mogelijk weer wil vergeten. Geen Studio Sport om 19.00 uur en ook liever geen krantenkoppen op maandagochtend. De wedstrijd tegen RKC gisteren past wat dat betreft ook prima in dat rijtje. Op papier de zwakste selectie van de Eredivisie, die vorig seizoen gewoon hadden moeten degraderen, ware het niet dat ze door de coronacrisis mochten blijven. Ik kan me daar in het Mandemakers Stadion eigenlijk ook bijna alleen maar rotwedstrijden herinneren, dus ik had er al geen goed gevoel over. De statistieken logen er ook niet om: acht keer winst tegenover acht keer verlies. Tegen RKC. Uit Waalwijk. Kom op zeg. En dan het vertoonde spel weer. Ga je nou strijdend ten onder tegen een gelijkwaardige tegenstander: oké. Maar de woorden slappe hap, ongeïnspireerd en wanvertoning kwamen gisteren weer vaak voorbij. Er is totaal geen lijn te ontdekken in het spel en de meesten lopen er een beetje verloren bij, met de schouders omlaag. Teveel is afhankelijk van Steven Berghuis, maar als die geen ballen krijgt houdt het op. De keeper en de linksback zijn je beste spelers, dat zegt genoeg. Het geblesseerd uitvallen van Jørgensen pastte ook precies in het plaatje. Met een groeiende ziekenboeg en Covid-19 dat nog altijd op de loer ligt (kijk naar PSV die even zes spelers miste) houd ik mijn hart vast voor de rest van het seizoen. Mijn vader mijmert altijd over hoe goed Feyenoord was in de jaren '60 en '70. En ook al wilde ik nooit zo worden, ik ben nu blijkbaar ook een oude melancholische Feyenoorder geworden. Ik zeg niet dat vroeger alles beter was, maar wat zou het fijn zijn als er nu gewoon een type John Metgod, Ruud Heus of John de Wolf op het veld stond. Rug recht, schouders eronder en gáán! [i]Wouter[/i]
Lees ook